Vriendelijke mensen, mooie natuur en lekker eten - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Mariska & Arjan - WaarBenJij.nu Vriendelijke mensen, mooie natuur en lekker eten - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Mariska & Arjan - WaarBenJij.nu

Vriendelijke mensen, mooie natuur en lekker eten

Door: Arjan & Mariska

Blijf op de hoogte en volg Mariska & Arjan

29 Januari 2010 | Suriname, Paramaribo

Het is alweer bijna 2 weken geleden dat we op 30 januari Suriname verlaten hebben, maar hier dan onze belevenissen van de ruim 3 weken die we daar hebben doorgebracht, samen met Aad en Marion, de ouders van Arjan. Voor hen extra bijzonder om hier te zijn, want zij hebben zo`n 35 jaar geleden 2 jaar in Suriname (Paramaribo) gewoond. Ook Arjan zijn zus komt hier vandaan. Voor ons genoeg reden om Suriname in onze reis op te nemen. Om in Frans Guyana voor Suriname een visum te krijgen bleek nog een verhaal apart, maar eind goed al goed en zoals de titel al zegt: Vriendelijke mensen, mooie natuur en lekker eten: Suriname heeft het allemaal! Tot horens maar weer. Liefs, Arjan & Mariska

7 januari 2010, Cayenne – Saint Laurent, Frans Guyana
Vanochtend stonden we om 9.00 uur met alle benodigde papieren voor de aanvraag van een visum voor Suriname op de stoep bij het consulaat van Suriname in Cayenne, Frans Guyana. We waren de 1e. Maar in eerste instantie waren de papieren niet goed en toen kon de dame achter het loket ons niet helpen want er was maar 1 iemand die over de Nederlandse paspoorten ging en die was er een paar daagjes niet. Dus: Komt u maandag maar terug! Vervolgens maakt ze er ook nog een punt van dat we niet in Nederland of Brazilie een visum hebben aangevraagd (wat we uiteraard geïnformeerd hadden maar niet mogelijk was in Nl omdat het maar tot 2 maanden voor vertrek kan en Brazilia ons adviseerde het in Frans Guyana te doen) Dus hebben we nog uitgelegd dat Arjan zijn ouders kwamen en we op wereldreis zijn en dat we toch echt graag zondag in Suriname willen zijn, maar nee hoor, mevrouw wilde niks doen. Uiteindelijk kregen we een telefoonnummer waar degene die over de Nederlandse paspoorten ging te bereiken was. Die zat in een kantoortje in Saint Laurent, 4 uur van Cayenne vandaan aan de Surinaamse grens. De naam van deze dame wilde ze niet geven en ook haar eigen naam niet want dat vond ze maar onzin. Wat een autoritair chagrijnig mens was dat! Wij gingen natuurlijk enigszins pissed en gefrustreerd daarvandaan. Wat nu? Dan maar dat telefoonnummer bellen. Na ongeveer 10 keer proberen (niet opgenomen of in gesprek) kregen we eindelijk de bewuste mevrouw aan de telefoon. De situatie voorgelegd en na een spervuur van vragen zei ze uiteindelijk: Je moet dan maar even hier langskomen en vervolgens gooide ze de hoorn erop. Tsss. Even langskomen voor 12 uur?! Het was inmiddels 10 uur en het is minimaal 4 uur naar die plaats toe. Dus Arjan heeft weer teruggebeld en nogmaals gezegd dat we nu in Cayenne waren en dat dus nu nog even langskomen niet kon. (luisteren is niet de sterkste kant hier) Nou dan moesten we morgenochtend vroeg maar komen en zou ze zien wat ze kon doen. Dus wij als een idioot spullen ingepakt, gelukkig kregen we bij het hotel de nacht die we al vooruit betaald hadden terug, en naar de minibusjes gelopen. Daar werden we van hot naar her gestuurd en weer terug. Niemand wist waar of wanneer er een busje naar St Laurent ging. Uiteindelijk hebben we 1 vriendelijke man gevonden die alle busjes met Arjan afging om het na te vragen en toen bleek dat we eerst naar een andere plaats moesten en daar overstappen. Maar dat busje zou pas 2 uur later weggaan. Inmiddels was Maris met een local in gesprek geraakt die er ook heen moest en zei dat het een zooitje was omdat er een nieuwe regeling was maar niemand wist hoe en wat. (Dat was ons inmiddels ook duidelijk geworden) Uiteindelijk had die jongen een taxi gevonden die ons wel wilde brengen voor niet heel veel geld meer maar dan moesten er minimaal 7 mensen mee. Na even zoeken waren dat er al 6. Maar als we allemaal iets meer betaalden dan konden we meteen weg. Was dat dus voor elkaar, was die man van de taxi ineens verdwenen! Maar toen kwam de chauffeur van t busje zeggen dat hij toch wel wilde vertrekken nu er wat meer mensen bleken te zijn en de rest ging vrij vlot (met zo’n 150 km per uur) en zo`n 4 uur later met een prima overstap komen we aan in Saint Laurent. We hebben hier voor hetzelfde geld als in Cayenne een goed hotel met een zwembadje dus dat is best fijn.

8 januari 2010, Saint Laurent, Frans Guyana
Een spannende ochtend begint als we rond 8.30 richting het consulaat lopen. Aangekomen zijn we de 2e in rij. Om 9 uur gaat het kantoor open (inmiddels is de groep gegroeid tot 8 wachtenden) en krijgen we een kaartje met ons wachtnummer. Nadat de eerste zijn geholpen zijn wij aan de beurt. Opnieuw lopen we ons hele verhaal af en beantwoorden we dezelfde vragen als ons daarvoor zijn gesteld (wat voornamelijk neerkomt op: waarom zadel je ons met werk op...). Tegen het eind van het verhaal merkt de collega die achter in het kantoor zit op dat wij degene zijn die de dag ervoor gebeld hadden. Dit opent duidelijk deuren en onze aanvraagformulieren, paspoorten en 60 euro worden in ontvangst genomen. Rond 12 uur mogen we terugkomen om de paspoorten op te halen. Eenmaal buiten halen we een beetje opgelucht adem, want het lijkt erop dat het toch nog gaat lukken. Na het consulaat lopen we wat rond in het dorp en gaan langs het postkantoor om wat kaarten te versturen. Eenmaal binnen blijken we niet de enigen te zijn, de rij voor de pakketpost is echter een stuk korter dan de rest en we sluiten hierbij aan. Als we aan de beurt zijn, kunnen we de kaarten alleen per expresse versturen, maar die paar euro maken een korter bezoek aan de dit hete hok meer dan waard (overigens voor de ontvangers thuis: vandaar dat je moest tekenen voor de kaarten :-S). Na even opfrissen in het hotel is het alweer tijd om de paspoorten te halen. Uiteraard was de 12 uur niet de echte tijd (dat is alleen als het in hun voordeel werkt), maar rond 13 uur staan we buiten met onze paspoorten en 2 nagel nieuwe visa voor Suriname. Het is toch nog gelukt!!!! Na de lunch lopen we door de oude gevangenis van St Laurent. Dit deel vormde onderdeel van de totale groep gevangenissen die de Fransen in de 19e eeuw in Frans Guyana geplaatst hebben en was het deel waar de gevangenen als eerste aankwamen, voor ze verdeel werden over de verschillenden plekken. Frankrijk koos voor het oprichten van een gevangeniskamp in Frans Guyana om de kosten die gevangenen brachten te drukken. Aan de gebouwen zelf is weinig te zien, maar met de informatie van de borden krijg je een aardig beeld van hoe het leven er hier toen uitzag. Na het bezoek wandelen we rustig terug naar het hotel om ons de rest van de dag bij het zwembad te vermaken. ’t Leven is zwaar....

9 januari 2010, Saint Laurent, Frans Guayna - Paramaribo, Suriname
Tijd om het visum te gebruiken. Met een smalle, lange boot varen we eerst vanaf de aanlegplaats van de ferry naar het grenskantoor van Frans Guyana. Hier halen we een stempel als bewijs dat we Frans Guyana hebben verlaten (dit is nodig om Suriname in te komen, voor Frans Guyana is het totaal niet interessant aangezien het een departement van Frankrijk is). Vervolgens varen we met de boot over de Marowijne rivier. Aan de overkant leggen we aan bij de Surinaamse grenspost en mogen we na het invullen van nog een formulier en het beantwoorden van de legendarische vraag: “waar komen jullie vandaan” eindelijk Suriname in. Na de douane vechten 3 taxi chauffeurs om onze aandacht en na wat onderhandelen stappen we in 1. Ondanks de belofte: “ik vertrek meteen” worden er nog wat rondjes door het dorp gereden om ook de laatste plek in de auto op te vullen. Met een volle wagen start de 2,5 uur duurende rit die we deels op wielen en deels vliegend over de gaten in de weg afleggen. Ten opzichte van de busrit van een paar dagen eerder valt het allemaal overigens wel mee met de kuilen en gaten. Paramaribo is duidelijk de drukst bezette plek van het land en het laatste deel van de rit wordt voornamelijk stapvoets afgelegd. Onze mede passagiers stappen in het centrum uit en op dat moment start de taxi chauffeur een heronderhandeling over de prijs. Maris en ik zijn inmiddels zo gewend hieraan dat de poging geheel vruchteloos is en even later rijden we richting Uitvlugt, de wijk waar ons appartementen gebouw zit. Na wat zoeken en Maris die de straat opmerkt waar we moeten zijn (inmiddels vermoeden we dat de chauffeur niet kan lezen, wat straten zoeken bemoeilijkt) arriveren we op de plaats van bestemming. Gelukkig kunnen we een dag eerder dan gepland in ons appartement en niet veel later zitten we aan de Parbo bier/cola en de broodjes pom en (Mora!) bitterbal. Voelt bijna als thuis.

10 januari 2010, Paramaribo
Vandaag is het dan zover, eindelijk zien we Aad en Marion, de ouders van Arjan, weer. Al vroeg zien we op internet dat het vliegtuig is vertrokken en dat ze rond 14.30 zullen landen op Zanderij. De taxi chauffeur die Aad en Marion zal ophalen van het vliegveld vindt het niet erg als wij mee liften en zo staan wij vanaf een uur of half drie met het bordje van het appartementen complex (‘Fam. Boomert, 2 pesonen) in de hand omhoog klaar bij de uitgang van het vliegveld. En dan begint het wachten. We zien de crew passeren en tegelijkertijd de eerste passagiers (zonder bagage) en dan zijn ze toch echt daar. Enkele dikke knuffels en zoenen later zijn we lekker aan het bijkletsen over alle nieuwtjes van beide kanten en zo zijn we alweer snel bij het appartement. Later doen we nog wat boodschapjes bij de chinees (In Suriname zitten veel chinezen en die hebben hier geen restaurantjes maar kleine supermarktjes waar je echt van alles kan krijgen) en nuttigen we een rum en cola op ons terras en eten we in het restaurantje behorend bij het complex. Tegen tienen duiken we ons bedje in.

11 januari 2010, Paramaribo
Na een rustig ontbijt en enkele bakjes koffie gebruiken we de ochtend om een beetje te relaxen. Na een broodje bakkeljauw als lunch zijn we allen gereed om Paramaribo te gaan (her)ontdekken. Herontdekken voor Aad en Marion, zij hebben hier namelijk 2 jaar gewoond van 1974-1976. De taxi brengt ons naar het onafhankelijkheids plein en van hieruit struinen we door de stad. Vooral het fort en de huizen langs de “Waterkant” zijn erg mooi en geven een goed beeld van het koloniale centrum van Paramaribo. Opvallend voor Aad en Marion is aan de ene kant hoe “Nederlands” Paramaribo is geworden en ook hoe druk en groot de stad nu is. Ondertussen herkennen ze vele verschillende plekjes terug, hetzij heel anders dan vroeger, hetzij heel erg hetzelfde als vroeger. We passeren plekjes als het Krasnapolski (vroeger zat je buiten op het terras, ipv nu afgesloten en in de airco), het Ministerie van Financieen (er wordt gezegd dat het beeld van Pengel niet voor niets met zijn rug naar het gebouw toestaat....), verscheidene uitkijkjes over de Surinamerivier (oa uitzicht op het gezonken Duitse schip Goslar) en de Palmentuin. Om half vier hebben we afgesporken met Liina, die wij bij het consulaat van Suriname in St. Laurent ontmoet hebben. Zij werkt tijdelijk als vrijwilliger voor Stinazu en geeft ons wat tips over welke plekken te bezoeken en hoe dit het beste te doen is. Met haar tips en onze ideeen in het hoofd hebben we genoeg informatie om ’s avonds ons plan voor de komende weken op te stellen. Voor het avondeten eten we langs de Waterkant een heerlijke Surinaamse maaltijd die helaas wat verstoord wordt door de groep muggen die het verse vlees van onze benen ontdekt heeft. Desondanks een zeer geslaagd maal. Na het eten nemen we de taxi terug.

12 januari 2010, Paramaribo
Het was ons niet duidelijk geworden of het noodzakelijk is je te melden bij de vreemdelingen politie als je korter dan een maand in Suriname verblijft. Het staat namelijk wel op de visumaanvraagformulieren vermeld (als je langer dan een week blijft), maar de reisgids zegt weer wat anders. ’s Ochtends vragen we het na bij de mensen van het complex, antwoord: mogelijk. Dan maar bellen naar de vreemdelingen politie zelf, antwoord: ja. Er zit dus niets anders op dan naar Nieuwe Haven te gaan om dit te regelen. Onze taxichauffeur zegt direct te weten waar we naar toe moeten en zo’n 15 minuten later staan we voor het complex. Helaas blijkt het niet het juiste complex te zijn en worden we door een agente doorverwezen naar een gebouw een stuk verder de straat in. Al snel beginnen de zweet druppels te parelen, het is erg warm en benauwd. Aangekomen op de plek van bestemming (die overigens aan de rechterkant van de rotonde zat en niet aan de linker zoals de agente ons verteld had) vinden we een klein politiekantoor dat meldt dat we nog een stuk verder moeten zijn. De agent twijfelt aan de noodzaak van ons bezoek als wij uitleggen waarom we die kant op willen. Hij laat er geen gras over groeien en belt voor ons naar de vreemdelingen politie. Antwoord: nee, niet nodig (terwijl er ’s ochtends tegen ons nog ja wel nodig gezegd werd: welkom in Suriname). We bedanken de agent vriendelijk en besluiten het hierbij te laten. Om terug te komen in de stad pakken we een “wilde bus”, een collectieve bus dienst die je overal langs de weg kan aanhouden. En zo komen we weer in het centrum van de stad uit dichtbij de Waterkant. Terwijl Aad alvast het fort/museum binnen gaat, lopen de anderen door naar een boekingsbureau om de tours voor de komende tijd vast te leggen. Een uurtje later is iedereen in het museum en gidst Aad ons door de deels door hem opgegraven collectie van Precolombiaans aardewerk. Hoewel het fort in goede staat verkeert is de collectie met minder liefde behandeld dan gewenst en komt het aardewerk minder goed tot z’n recht. Desondanks geven de stukken een goede indicatie van de verschillende indianen groepen die door Suriname heen leefden. Uitgeput van het lopen en de warmte ploffen we even later bij VAT neer voor een drankje en lunch. Na de lunch nemen we een andere wilde bus naar Blauwgrond/Geyersvlijt om het oude huis van Aad en Marion te bekijken. Hoewel de buurt veranderd is van bijna niets naar een volledige woonwijk, komen de huizen wel bekend voor. Het blijkt echter lastig het oude huis te vinden en we schieten daarom fotos van verschillende huizen om later te checken welk nummer het nu is. Tussentijds schuilen we voor een stevige tropische stortbui. Als we teruglopen staat de wilde bus naar het centrum toevallig net op de hoek . Terug in de stad blijkt het niet eenvoudig de vertrekplaats te vinden voor de wilde bus naar ons appartementen complex. Uiteindelijk vinden we het en tot onze aangename verrassing stopt de bus zeer dicht in de buurt van het complex. Tijd voor de rum en cola! Na een paar uur relaxen eten we roti in het restaurantje.

13 januari 2010, Paramaribo
Ons plan om vandaag de fietstocht naar Fredriksdorp te maken moeten we helaas uitstellen. Marion voelde zich de vorige dag al niet lekker en dat is er ’s nachts niet beter op geworden. Gelukkig is één belletje genoeg om onze reservering een paar dagen uit te stellen en zo wat rust te hebben. Terwijl Marion en Maris zich opmaken voor een dagje rust, pakken Aad en Arjan wat spullen om Paramaribo verder te bekijken. Met een paar minuten zijn we aan de grote weg en niet veel later komt de wilde bus voorbij. In het centrum eerst richting het Kerkplein om de 2e hands boekwinkel te bekijken. De al gelezen boeken worden verkocht en met drie nieuwe boeken stappen we weer naar buiten. De volgende stop is Vaco, De boekhandel van Suriname. Helaas geen lonely planet (we zijn nog op zoek naar Central Amerika on a Shoestring), maar wel Nederlandse tijdschriften! Aad vindt verder niets en we houden het bij de Viva, Flair en VI. Tijd voor een drankje. Bij de Rituals Coffee bestellen we twee ijskoffie en koelen ondertussen af in de geaircode ruimte. Lekker verkoeld vinden we een winkeltje met ansichtkaarten en lopen we daarna door naar het postkantoor om de kaarten naar Nederland te kunnen versturen. Ditmaal geen noodzaak om zoals in Frans Guyana de pakketpost te kiezen want het postkantoor is uitgestorven, gelukkig! Via de Lim A Po straat gaan we op weg naar de waterkant. In de Lim A Po straat staan net als langs de Waterkant zeer mooie (deels) houten huizen, geschilderd in fraaie wit met zwarte kleuren. Terwijl we door de straat lopen zien we dat in één van de huizen er een tentoonstelling is over geld, het ontstaan ervan en hoe dit zich in verschillende delen van de wereld heeft ontwikkeld. Erg leuk en informatief, waarbij men gelukt is de tentoonstelling eerst algemene informatie te laten geven en vervolgens het verder op Suriname te richten. En, niet onbelangrijk: de tentoonstelling is gratis (helemaal grappig gezien het onderwerp)! Vervolgens lopen we de Lim A Po straat uit en komen uit op de Waterkant, waar we een dag eerder met z’n vieren waren. Het is tegen etenstijd en bij één van de stalletjes trachten we eerst een broodje bakkeljauw te kopen, maar moeten we het doen met een broodje pom aangezien de bakkeljauw man geen broodjes heeft en de pom dame geen bakkeljauw heeft. Hoe dan ook de pom smaakt erg goed en het water doet het ook goed om de dorst te lessen. Voordat we weer richting de wilde bus gaan stoppen we bij de centrale markt. Hier is een uitbundige hoeveelheid te vinden van allerlei locale spullen, vlees, vis, groenten en fruit. In tegenstelling tot vele andere landen is de markt erg georganiseerd en ligt alles netjes uitgespreid. Aan een aantal kraamhouders vragen we informatie over de spullen die ze uitgestald hebben en leren zo hoe de cassave en maniok eruit ziet. Na de markt lopen we terug naar de opstapplaats voor de wilde bus en al snel rijden we weer terug naar de Kolibrie. ’s Avonds koken we zelf, met de spullen van de slagerij en groentenkraam om de hoek. De vriendelijke man van de groentenkraam laat ons ook sopropo proeven, maar de bittere groene groente kan ons niet bekoren en we houden het bij aubergine, peper, laos en komkommer.

14 januari 2010, Paramaribo
Gelukkig is Marion een beetje opgeknapt en ziet het ernaar uit dat met vandaag als extra rustdag we morgen met z’n allen op de fiets kunnen stappen. Vandaag geen uitstapjes naar de stad en iedereen brengt de dag door met een beetje lezen, computeren, slapen, zwemmen, etc.

15 januari 2010 Paramaribo
Rond negen uur verlaten we het appartement en vertrekken we met de taxi naar Zus en Zo, waar we onze fietsen kunnen halen. Aangekomen blijkt er een misverstand te zijn geweest tussen de beheerders en is de sleutel van de box met fietsen er niet. We moeten helaas wachten tot deze wel komt, maar krijgen ondertussen een lekker verfrissend drankje. Een uurtje later is de sleutel terecht en kunnen we vertrekken. Al snel nadat we opgestapt zijn kunnen we alweer afstappen, we steken namelijk de Suriname rivier over ter hoogte van de Waterkant. De vriendelijke bootbestuurder helpt met het inladen van de fietsen en even later genieten we van de uitzichten op Paramaribo en de koele vaarbries. Aan de overkant begint de fietstocht dan echt. We volgen de routebeschrijving en na 10 minuten staan we voor de Wijdenboschbrug, de hoge brug over de Surinamerivier, toch niet de juiste route, hmmmm. Na wat aanwijzingen van voorbijrijders nemen we een zandpad wat doorsteekt naar de juiste weg parallel aan waar wij staan. Aan de zandweg wordt met graafmachines gewerkt, maar ook hier is men zeer vriendelijk en helpt ons graag de fietsen over de opstakels te tillen. Eenmaal op de juiste weg vinden we Peperpot vrij eenvoudig, al moeten we wel even schuilen als er een stevige bui langs komt. Plantage Peperpot is tegenwoordig een kleine leefgemeenschap en er wordt hard gewerkt een aantal van de grotere plantage huizen op te knappen. Ook hier worden we door iedereen hartelijk begroet en vindt men het interessant dat de Hollanders voorbij komen fietsen (waarschijnlijk verklaren ze ons voor gek...). We fietsen iets terug en pakken het Peperpotpad naar het noorden. Dit zandpad is door het WWF aangelegd en je fietst midden door de oude plantage tussen de vele vogels en andere dieren die je continu hoort. Een erg mooie route. Het volgende stuk dat we fietsen is minder interessant, we fietsen tussen de nieuwere huizen en nog te verkopen kavels verder naar het noorden. Het is hier redelijk open en met een stevige wind en de warmte is het een stevige inspanning. Bij de tijd dat we bij Mariënburg aankomen, kiezen we ervoor om direct de boot naar Fredriksdorp te pakken en Mariënburg de volgende dag te bezoeken (ligt op de route terug). Eenmaal aan de overzijde van de Commewijne rivier zijn we direct op de plantage Frederiksburg. We worden direct overvallen door a) de schoonheid van deze prachtig gerestaureerde plantage huizen en b) door de enorme bevolking muggen die hier woont. We vluchten snel ons huisje in om te kunnen douchen en ons in te smeren met een overvloedige hoeveelheid DEET. Ook de omgeving is prachtig en vanuit ons raam hebben we uitzicht op een grote boom met een grote diversiteit aan vogels. Rond half acht kunnen we aan tafel en ontmoeten we de andere gasten van het verblijf. De maaltijd is erg lekker en divers en we smikkelen na de inspanning van de dag. Ondertussen kletsen we gezellig met de mede gasten. Na het eten wordt er nog een film vertoond met oude beelden (jaren ’20 tot ’47) van Suriname. Moe vallen we snel in slaap.

16 januari 2010, Paramaribo
Na een goeie nachtrust zitten we rond 8 uur aan het ontbijt. Terwijl we de boterhammen eten genieten we weer van de prachtige omgeving (zowel gebouwen als natuur). Later begrijpen we van de eigenaren dat zij ongeveer 6 jaar geleden begonnen zijn met restaureren om zo langzaam over te gaan van de verbouw van citrusvruchten naar tourisme. Met eenvolle buik en flessen water in de tas fietsen we weer verder langs de oude plantages aan deze kant van het water tot Kronenburg. Hier is het wachten op een bootje die ons naar de overzijde wil brengen. Hoewel we aardig wat bootjes zien passeren duurt het een tijdje eer wij aan de beurt zijn. Met de boot komen we aan bij Alkmaar, en kunnen we het uiteraard niet laten om een aantal borden met de plaatsnaam op de foto te nemen. Vanuit Alkmaar start de terugtocht naar Paramaribo. Als eerste komen we langs Mariënburg en dit keer gaan we wel naar de oude plantage. Op het terrein staat een oud medewerker van de plantage op ons te wachten die ons over het terrein rondleidt. De man is lasser geweest en vertelt dat Mariënburg werd gebruikt voor het verbouwen van suikerriet en voor de verwerking van dit riet naar bruine suiker, witte suiker en rum. Al snel staan we voor de oude fabriekshal waar het suikerriet met behulp van door stoom bedreven persen tot sap en pulp werd gemalen. Met behulp van een schema toont de man hoe de fabriek in z’n werk ging en vertelt dat er tot de sluiting mid jaren ’80 zo’n 1000 mensen werkten. Helaas is sinds de sluiting alles in verval geraakt en is een hoop verwijderd waardoor nu slechts een klein deel goed zichtbaar is (iets wat de gids zichtbaar pijn doet). Na de rondleiding fietsen we langs een Warung waar we een stevig bord bami met kip eten. Na het eten vervolgen we de weg en komen we uit bij fort Nieuw Amsterdam, een fort aangelegd in de 18e eeuw op het verbindingspunt tussen de Commewijne en de Suriname rivier. Het fort is mooi gerestaureerd en bestaat uit verschillende huizen en gebouwen, zoals twee kruithuizen, een gevangenis (waarin in de 2e wereldoorlog nog NSB gezinden uit Nederlands Indië hebben vastgezeten) en een koetshuis. We wandelen een tijdje tussen de verschillende gebouwen en zoeken vervolgens een schaduw plekje op om even wat water te drinken. In tegenstelling tot de vorige dag is het vandaag zeer zonnig en daardoor behoorlijk heet. Vanaf het fort fietsen we naar de waterzijde om daar de laatste boot van de fietstocht te pakken naar de overzijde van de Surinamerivier. De boot ligt al klaar en we zijn snel onderweg naar de overkant. Weer op de fiets genieten we van het windje in de rug en de goed geasfalteerde weg terug naar het centrum. Moe maar voldaan leveren we de fietsen weer in. Dit maal geen wilde bus, maar gewoon luxe de taxi terug. Zwemmen en douchen!

17 januari 2010, Paramaribo -> Brownsberg
Vandaag gaan we op stap met de huurauto, een Isuzu 4x4 pickup met dubbele cabine, zeg maar een stoere bak! Het plan is om de komende 4 dagen met de auto eerst naar Brownsberg te rijden en vervolgens verder naar het zuiden te rijden om aan de boven Suriname rivier nog een aantal Marrondorpjes te bezoeken. Brownsberg is een natuurgebied gelegen op een berg ongeveer 4 uur rijden vanaf Paramaribo. Aad en Marion zijn hier 35 jaar terug geweest samen met Marions ouders in de oude DAF. Onze huurauto lijkt dus wat overdreven voor de tocht. Echter niets is minder waar! Als we na Zanderij het asfalt verlaten is de eerste bauxietweg nog goed begaanbaar, maar eenmaal verder naar het zuiden op de weg naar Brownsweg is het een en al glibberen en glijden. Al snel gaat de versnelling in de 4 wiel aangedreven stand in zo komen we bij het begin van de weg naar Brownsberg. Hier wordt de weg nog veel slechter, grote gaten in de weg, diepe modder plassen, maar wel in een prachtige omgeving. Ongeveer halverwege de tocht omhoog komen we een gestrande auto tegen, de man probeert tevergeefs omhoog te komen met een 2 wiel aangedreven SUV. We helpen hem om verder te komen, maar even later is hij toch weer uit beeld. Vanaf dat moment is het duidelijk: de oude DAF was een DAF truck! Na een ruim uur hobbelen en bobbelen komen we dan toch in het kamp uit. Het kamp is onderdeel van Stinazu, de Surinaamse stichting voor natuurbeheer. Gezien de wegperiekelen besluiten we 2 nachten op Brownsberg te blijven en daarna terug te rijden naar Paramaribo in plaats van verder naar het zuiden te rijden. Het huis dat we voor de eerste nacht gereserveerd hebben is helaas voor de 2e nacht niet beschikbaar, maar voor wat meer geld is er wel een ander huis beschikbaar. Uit alles rondom het kamp blijkt dat het in de afgelopen 20 jaar slecht is onderhouden en alles ruikt muf en voelt niet echt aangenaam. Daarintegen biedt het terras van ons huis een ontzettend mooi uitzicht over de natuur en over het Brokkopondomeer. Tot aan het eten genieten we van dit prachtige gezicht met een grote hoeveelheid vogels die zich met de invallende duisternis tonen. Bij het eten ontmoeten we een Nederlands stel en gedurende de maaltijd wisselen we de avonturen verhalen over de rit naar boven uit. Gelukkig blijkt het eten een zeer positieve uitzondering te zijn op het kamp en smaakt het heerlijk. Terug bij het huis is iedereen uitgeput van de rit en vallen we snel in slaap.

18 januari 2010, Brownsberg
Al vroeg in de ochtend worden we gewekt door de buren, nee niet van één van de andere huisjes, maar van de groep brulapen die in de buurt is neergestreken. Een machtig geluid en samen met de in damp gewikkelde natuur waar de zon langzaam opkomt een sprookjesachtig gezicht. Met de camera in de hand en nog een beetje slaapdronken gaan we op het terras zitten om verder te genieten. Het Nederlandse stel dat we de vorige avond bij het eten ontmoet hebben vertelt bij het ontbijt dat het huisje waar zij in zaten (en wij in komen) niet bepaald aantrekkelijk is. Het ligt een stuk verderop in het woud en het pad ernaartoe is een hindernisbaan over boomstronken en hele gladde stukken. Niet echt prettig in het donker. Toen deze mensen aankwamen zat er een slang voor het huisje, die zich als een cobra rechtop richtte toen ze aankwamen. Het huis zelf zit vol insecten. Bovendien is het binnen extreem vochtig. Bij een bezoekje aan het huis na het ontbijt, blijkt het inderdaad niet aan te spreken en we overleggen met de receptie over de andere beschikbare huisjes. Er zijn nog twee mogelijke opties, maar of dit doorgaat horen we pas in de middag. Afwachten dus. De ochtend vullen we met een mooie wandeling naar de Leovallen, één van de trails die in het gebied lopen. Onderweg zien we veel (giftige) boomkikkertjes (een met felgroene strepen en 1 zwarte met een geel patroon), vogels en een groep rode brulapen. Een erg bijzonder gezicht, zeker als we een moeder met kind over de takken boven ons zien lopen. De Leovallen, of eigelijk Leoval, is een vrij kleine waterval, gelegen in een zeer mooie en rustige natuur. Vanaf de vallen lopen we weer terug naar het kamp voor de lunch. In het kamp blijkt dat beide andere huizen ook beschikbaar zijn en voor nog wat meer geld kunnen we hier de tweede nacht doorbrengen. Ook hier weer erg muf en vervallen, maar gelegen op een betere stek. Enige nadeel: de wc is buiten en daarvoor moet je in het donker een flinke trap af (alleen electriciteit tussen 18-23 uur) Na de stevige lunch nemen we één van de andere trails. Helaas worden we al snel overvallen door een enorme stortbui en aangezien we niet zoveel zin hebben om nog 3 uur in de stromende regen te glibberen over modderige paadjes kunnen we niet veel anders dan terug naar het kamp. Wij lopen nog een ander pad af naar een mooi uitzichtspunt terwijl Aad en Marion zich op het terras installeren. De rest van de middag vullen we met lezen en canasta spelen. Team Marion en Arjan wint, logisch!
(Noot Mariska: Puur startersgeluk. Overigens schudt Arjan steeds de kaarten.....)
Na wederom een erg smakelijke maaltijd en wat na kletsen met het andere stel zoeken we onze klamme bedden weer op.

19 januari 2010, Brownsberg -> Paramaribo
Het wordt een erg slechte nacht voor Aad. Hij voelt zich niet goed en spookt de nacht door. Om de haverklap naar t toilet en pijn in de rug. Het is dan ook goed dat we na het ontbijt snel de spullen pakken en de tocht de berg af gaan starten. In de tijd sinds onze aankomst heeft het nog regelmatig geregend en de weg is daardoor nog minder goed begaanbaar. In een rustig tempo dalen we weer af en komen we maar 1 keer een beetje vast te zitten. Eénmaal weer op het vlakke genieten we allemaal van een welverdiende plaspauze! Als we Brownsweg weer gepasseerd zijn begint het tweede moeilijke stuk, de normale Bauxietweg. Door de regen en het regelmatige vrachtverkeer op deze weg zijn de sporen erg diep en de weg glad. Al glibberend en glijdend rijden we verder, waar we op een gegeven moment door het uitwijken voor een vrachtwagen vast komen te zitten in een spoor. Even lijkt het een probleem te gaan worden, maar na wat heen en weer rijden zijn we toch weer los. Gelukkig. Voor de rest van de weg is gecontroleerd doorrijden het advies. Zonder andere problemen eindigen we op de asfaltweg naar Paramaribo. Na een lekkere bami/nasi bij Paranam stomen we door naar het apartementencomplex. Na aankomst spoeden we naar het zwembad om lekker af te koelen. Met Aad gaat het helaas nog steeds niet beter en aan het eind van de middag gaan we toch naar de dokterspost. Conclusie: urineweg infectie en mogelijk een niersteentje. Met een antibiotica kuur op zak, een injectie in de bil en nog wat andere medicijnen rijden we een ruim uur later weer terug. We zijn erg onder de indruk van de professionaliteit en snelheid van de Surinaamse zorg in dit ziekenhuis.

20 januari 2010, Paramaribo
Aangezien Aad nog kwakkelt, besluiten wij er samen op uit te gaan vandaag. We hebben nog 1 dag de auto tot onze beschikking en we nemen de oost-west verbinding naar het Westen om het gebied van Coronie te verkennen. Doordat we vooraf goed de kaart hadden bekeken, hadden we snel de goede weg te pakken en waren we op weg naar het westen. Ook langs deze weg is Paramaribo erg uitgestrekt en het duurt lang voor we de stad echt verlaten. De omgeving is hier vlak, met veel lage begroeiing en wat bomen. Niet ver nadat we de stad hebben verlaten verandert de weg van een redelijk in een slecht onderhouden asfaltweg en begint het hobbelen opnieuw. Dit verandert gelukkig weer als we de Coppename rivier gepasseerd zijn. Ook de omgeving is een stuk bosrijker aan deze kant van de rivier en als we eenmaal aankomen in Totness is de grote verbouw van kokos hier duidelijk zichtbaar. Totness heeft een aantal mooie gebouwen die we bekijken en vlak bij de kerk vinden we een plek om wat te eten. Tijdens het eten van de bami met kip hebben we veel bekijks, het is duidelijk dat de toeristen hier niet vaak komen/stoppen. Na het eten is het alweer tijd om terug te rijden naar de stad, we moeten rond 5 uur de auto weer inleveren. De terugweg verloopt soepel en net voor 5 uur leveren we de auto weer in. Onze 4x4 heeft hard moeten werken en dat is ‘m aan te zien! Vanaf de autoverhuur lopen we een stukje en daarna pakken we de wilde bus naar ons appartementen complex. Het dagje rust lijkt Aad goed te hebben gedaan, al is de Borgoe rum niet meer aan hem besteed en zijn de overige drie genoodzaakt deze verder op te drinken, heel erg.....

21 januari 2010, Paramaribo
Om een beetje fit aan de tocht naar de Releighvallen te beginnen, hebben we vandaag een rustdag. We komen niet veel verder dan zonnen en boekjes lezen. Gedurende de dag begint Marion zich steeds beroerder te voelen en tegen het eind van de middag blijkt ze ook nog eens hoge koorts te hebben. We vertrouwen het niet en Aad, Marion en Arjan pakken even later de taxi naar de huisartsenpost. Ditmaal gelukkig geen rij en Marion is direct aan de beurt. Conclusie: bijholt ontstekking. Ook Marion krijgt een injectie en bij de apotheek halen we haar medicijnen. Binnen 1,5 uur zijn we weer terug in het complex. Wederom complimenten voor het efficiente Surinaamse zorgsysteem. Hierdoor vallen de plannen van Aad en Marion voor een trip naar Cayenne nu echt in het water en zullen ze de dagen als wij naar de Raleighvallen zijn gebruiken om bij te komen. Heel spijtig, maar niets aan te doen.

22 januari 2010, Paramaribo -> Raleighvallen
Wij moeten ons pas ’s middags melden op de luchthaven Zorg en Hoop voor de vlucht naar de Raleighvallen, dus we gebruiken de ochtend om rustig op gang te komen en onze tas in te pakken. Eenmaal op de luchthaven ontmoeten we onze andere 3 passagiers, Jan, Josje en Jan Pieter. Josje en Jan Pieter zijn vervent vogelkijkers en zij informeren meteen bij de vertegenwoordiger van het reisbureau wat ze moeten doen om naast de Voltzberg ook het rotshaantje te bekijken. Voor ons op dat moment onbekend, maar even later leren we dat dit een bijzonder zeldzaam oranje vogeltje is die alleen in de Guyanas voorkomt (de rode variant komt blijkbaar ook op een enkele plek in de amazone van Peru voor). Na het wegen van onszelf en de tas en na het bekijken van de veiligheidsfilm mogen we echt op weg. Ons vliegtuig is een Cessna 206, een één motorig 6 persoons vliegtuig. Arjan krijgt de eer om de plek naast de piloot te nemen. Niet veel later maken we snelheid over de baan en al snel zitten we in de lucht. Een geweldige ervaring. Vanuit het vliegtuig zien we eerst de stad (oa ons complex, we kunnen zelfs zien dat Marion en Aad het terras alweer hebben verlaten) en daarna begint het oerwoud. Het blijft niet voor te stellen hoe enorm groot dit reservaat is. Na een klein uurtje vliegen gaan we landen. Eerst zien we niks dan bomen en vragen we ons af waar we gaan landen, maar dan ineens is er een lange open plek met zand en gras wat dus dienst doet als landingsbaan. De landing gaat goed en met een flinke hobbel raken we de grond van Fungi eiland en hobbelen we nog een stukje door. Onze gids, John, staat ons op te wachten. De vorige groep vliegt weer terug. Ook maken we kennis met de lokale gids: Wilfred. Onze eerste kennismaking met het wildlife volgt niet veel later, als Wilfred een stokje steekt in een grote plant. Op deze aanraking komt er vlak voor Maris haar gezicht meteen een grote harige tarantula naar buiten. Hij blijft nog even op de plant zitten waardoor we hem, na de eerste schrikreactie, goed kunnen bekijken. Dan lopen we naar het kamp. Dit ligt schitterend aan de rivier op Fungi eiland. Er zijn verschillende accomodaties; wij slapen in een open gebouw met een aantal stapelbedden naast elkaar, voorzien van klamboes. De rest van de middag is er niks ingepland en met zijn 5en lopen we naar de andere kant van de landingsbaan en de rivier. De omgeving is schitterend en overal om je heen hoor je vogels of het gebrul van apen. We zien diverse vogels, waaronder toerkans, kleine papegaaien en parkieten en wat later zien we zelfs rode ara’s overvliegen. Eenmaal terug zet John ons een goede maaltijd voor. Hij blijkt ook kok te zijn en dat merken we. Met wat simpele ingredienten weet hij toch wat lekkers te maken. Ook nemen we het programma voor de volgende dag door: de wandeling door de jungle naar de Voltzberg, de beklimming hiervan en weer terug; al met al zo’n 7 uur durend. Op de vraag van onze vogelaars of we ook naar het rode (of beter oranje) rotshaantje gaan wordt ontkennend geantwoord; dat is een andere boeking en had vooraf geregeld moeten worden. Dit is in tegenstelling tot wat ons op het vliegveld verteld werd, en Jan Pieter en Josje zijn speciaal voor deze zeldzame vogel naar dit gebied gekomen. Zij lieten het hier dus niet bij zitten en nadat John met Wilfred overlegd hadden konden we tegen betaling van 5 dollar pp de extra route naar het gebied van deze vogels lopen. Wel zou het dan een lange dag worden; er komt nog 2 uur boven op de 7 uur die we al moeten lopen en het tempo zal wat hoger liggen. We gaan allemaal accoord en spreken af een uurtje vroeger (om 8.00 uur) te vertrekken. Na het eten gaan we niet te laat naar bed.

23 januari 2010, Raleighvallen
Zoals het hoort bij Nederlanders zitten we strak om 7 uur klaar voor het ontbijt en zijn we eveneens om 8 uur klaar voor de start van de wandeling. Dat alles in Suriname iets trager verloopt blijkt wel als we rond 8.45 pas echt op weg gaan. Voor ons is de andere groep die ook op Fungi eiland verblijft al vertrokken. Na een korte boottocht begint de wandeling direct op een hoog tempo en het kost ons even om een beetje lekker mee te komen. Al snel is de rivier niet meer zichtbaar en bevinden we ons midden in het oerwoud. Op het moment dat we de andere groep gaan passeren komt er een groep capucijneraapjes boven ons voorbij. Helaas zijn er veel bladeren en blijft het bij wat schimmen in de bomen boven ons. Na een ruim uur is er even tijd voor een rustpauze. Pfff, blijft toch altijd weer wennen aan ander tempo en andere omstandigheden. Enigzins bijgekomen vervolgen we even later de tocht. Na nog 2,5 uur komen we uit bij de splitsing tussen de weg naar de Voltzberg en die naar het rotshaantje. We laten de niet essentiele spullen achter en lopen nog zo’n 45 minuten verder. En dan, eigenlijk uit het niets, zijn we er. Midden in het woud hangt een touw, die de grens aangeeft waar je niet voorbij mag, en net daarachter zit een groep van zo’n 10 – 15 rotshaantjes. Heel bizar. En ontzettend mooi. De mannetjes haantjes hebben een prachtige oranje kleur, een fraaie kam op het hoofd (het is duidelijk waar de naam vandaan komt) en nog wat bruin met witte veren aan de achterzijde. De vrouwtjes zijn kleiner, hebben geen opvallende kam en ze zijn bruin. En dan te bedenken dat deze vogels alleen in de Guyanas voorkomen. Erg bijzonder. Na ontelbare foto’s is het tijd voor de Voltzberg. We lopen terug naar het kruispunt en zien onderweg nog een in z’n schild gekropen schildpad en horen net als daarvoor heel veel oerwoud geluiden. Een leuk voorbeeld is de bospolitie, een vogeltje dat qua geluid continue een soort sirene uitbrengt. Het klinkt net alsof er elke 2 minuten weer een Toekan voor te snel vliegen op de bon wordt geslingerd! Na nog zo’n 20 minuten lopen vanaf de kruising komen we aan de voet van de Voltzberg aan. Deze berg is, net als de anderen in de omgeving, ontstaan doordat het hard gesteente van de berg bleef, terwijl het zachtere omringende gesteente weegsleet door erosie. Het is ook aan de berg te zien dat het gesteente hard, robuust en zeer verschillend van de omgeving is. De klim naar boven is stevig, zeker omdat de schaduw verdwijnt en we aan de zon zijn overgeleverd, maar een half uurtje later bereiken we allemaal de top. Onder 1 van de weinige struiken genieten we van de schaduw en van het bijzondere uitzicht over het uitgestrekte regenwoud. Na zo’n 20 minuten begint de lange wandeling terug. Als we bij het laatste uur van de wandeling zijn aangekomen weten we weer dat het spreekwoord de laatste loodjes wegen het zwaarst inderdaad klopt. Tegen 6 uur komen we aan bij de waterkant en worden we opgepikt met de korjaal en terug gebracht naar het kamp. Na een verfrissende douche en een heerlijke maaltijd duiken we lekker ons bedje in.

24 januari 2010, Raleighvallen
Joosje en Jan Pieter zijn alweer druk aan het vogelspotten als wij ook ons bed uitkomen. Als een blok geslapen en we kunnen de koffie goed gebruiken om wakker te worden. Vandaag is het programma een stuk rustiger, een wandeling van ongeveer een uur naar de moedervallen, chillen aan het water en dan weer terug, ’s middags kunnen we zelf beslissen wat we willen doen. De wandeling brengt ons door het woud aan de andere zijde van de rivier. Doordat we nu meer tijd hebben heeft Wilfred meer tijd om bij planten en bomen uitleg te geven. Zo leren we onder andere over de wandelende palm, deze palm heeft bovengrondse wortels die om de zoveel tijd vervangen worden door nieuwe. Doordat de nieuwe op een andere plek zitten “wandelt” de palm door het bos. We zien verder de bomen die men al sinds eeuwen gebruikt om de korjaals van te maken. Aangekomen bij de moedervallen blijken deze door de lage hoeveelheid neerslag een milde stroomversnelling te zijn geworden. Inplaats van lang bij de vallen te blijven neemt Wilfred ons mee naar een dichtbij gelegen rustige waterpoel. Wat er in het water ligt is echter alles behalve rustig, namelijk een grote groep sidderaalen. Hoewel dit type niet levensbedrijgend is (hun rode familieleden die elders in Suriname voorkomen zijn dit wel) zijn ze niet ongevaarlijk, met teveel schokken kun je bewusteloos raken en daardoor verdrinken. Terwijl wij op het veilige droge deze monsters bewonderen vertelt Wilfred dat de kans groot is dat deze groep de komende droogte niet zal overleven. Sidderaalen kiezen er namelijk voor om in rustig water te liggen, dit zijn echter ook de plekken die tijdens droogte droogvallen, en de sidderaalen hierdoor dus sterven. Tijdens de terugtocht stoppen we nog bij een andere stroomversnelling om even lekker af te koelen in het water. Na de lunch in het kamp houden we een siesta. Tussen het doeselen door worden we gewekt door enig rumoer waaruit blijkt dat er een piranha gevangen is. Uiteraard nemen we even een kijkje. Een middelmaat vis met een bijzonder stevige rij tanden! Rond 5 uur wandelen we nog naar de andere kant van het eiland. Volgens de borden een wandeling van 30 minuten. Echter met foto’s maken en genieten van de vogels en omgeving kost het ons een ruim uur. Aan het eind van het eiland is een klein strandje en een mooie uitkijk op de rivier en het omliggende woud. Gezien de opkomende schemering, de aanwezige giftige slangen en vogelspinnen zetten we vaart in de terugtocht. Bij terugkomst blijkt de 30 minuten wel te kloppen, mits je een bijna sprint tempo aanhoudt! (overigens krijg je dat tempo vanzelf wanneer je het gevoel hebt dat er een bushmaster achter je aanzit!) Terug in het kamp is er net een vogelspin uit het dak van één van de huisjes gehaald en samen met een aantal anderen bewonderen we dit bijzondere en vooral harige beest nogmaals. Na het eten worden we uitgenodigd om een optreden van de Raleigh boys (de gidsen + andere bekenden uit de omliggende dorpjes) bij te wonen. Met voornamelijk Afrikaanse klanken gaan snel de voetjes van de vloer en wordt het na een extra djogo Parbo bier een stuk soepeler. Na het optreden zitten we samen met een aantal mensen uit de andere groep nog even samen bij een kampvuur. De andere groep bestaat uit voornamelijk studenten uit Nederland die hier een stage lopen of vrijwilligerswerk doen. Voor hen is dit de afsluiting van hun stage. Met het oog op een (vrijwillige)vroege start de volgende dag gaan we rond 1 uur toch maar naar bed.

25 januari 2010, Raleighvallen -> Paramaribo
Om 7 uur staan we op om in de vroege ochtend op de airstrip de vogels te bekijken. Het blijkt zeer de moeite waard met verscheidene overvliegende ara’s, toekans, een stel papagaaien met een fraaie kraag en nog vele andere prachtige kleurijke vogels. Na het onbijt maakt iedereen zich op voor het vertrek rond 10 uur. John, onze kok en gids vanuit de reisorganisatie, zal ons vergezellen in de tocht per korjaal en bus terug naar Paramaribo. John had echter een zware nacht gehad en uiteindelijk wordt 10 uur half twaalf voor we vertrekken. De tocht met de korjaal voert ons langs verscheidene soela’s (stroomversnellingen) die bij nog lagere waterstand geregeld al boot duwend gepasseerd moeten worden. Gelukkig voor ons kunnen we gewoon blijven zitten en blijven genieten. Na zo’n 2 uur stoppen we in Kaaimanston, het geboortedorp van John. Tijdens de burgeroorlog in het begin van de tachtiger jaren zijn de bewooners van dit dorp gevlucht naar voornamelijk Paramaribo. Tegenwoordig komt familie hier af en toe wel weer bij elkaar, maar het is zeer triest dat een ooit vreedzaam en schattig dorp onherstelbaar verstoord is. De bewoners hadden door de burgeroorlog hun bestaan elders opgebouwd en zagen het niet meer zitten terug te verhuizen. We varen door naar het eindpunt van de boottocht: het bosnerger dorpje Witagron. Hier eten we een lunch en lopen we daarna even door het dorp. Er wordt hier hard gewerkt goede lagere (voor de middelbare school moeten kinderen naar Paramaribo) schoolfaciliteiten op te zetten. Op het schoolbord komen we (inmiddels) bekende plaatsnamen tegen als Mariënburg, Meerzorg en uiteraard Alkmaar. Na het rondje door het dorp en een praatje hier en daar met de dorpsbewoners begint de lange hobbelende rit terug naar Paramaribo. Onderweg spotten we nog een groep aapjes (de kleinste in Suriname). Rond 9 uur zijn we weer terug in het appartementencomplex. Gelukkig zien we dat de zieken weer kleur in de gezichten hebben en redelijk hersteld zijn.

26 januari 2010, Paramaribo
Na lekker uitslapen en rustig bijkomen gaan we met z’n vieren de stad in. Terwijl Marion en Aad opzoek gaan naar een ijsschaaf voor Carmelita, struinen wij door de souvenierwinkel. Een uurtje later zitten we weer met z’n allen op het terras aan de broodjes pom en bakeljauw en kijken we ondertussen naar de verscheidenheid aan mensen die passeert. Opvallend in heel Suriname, maar zeker ook in Paramaribo zijn de kleine zangvogeltjes in kleine houten kooitjes. Een groot deel van de bevolking heeft wel zo’n vogeltje. De meeste kooitjes hangen voor een woning, maar we zien ook regelmatig mensen met hun vogeltje in kooi over straat wandelen, op de fiets, in de boot en we hebben zelfs een keer een auto zien rijden met het kooitje voorop op de motorkap! Op zondagochtend vroeg worden er in Paramaribo dan ook zangwedstrijden gehouden, maar door onze planning hebben wij gen zondag in Paramaribo doorgebracht dus geen kans gehad dit mee te maken. Aad en Marion zijn wel even wezen kijken. Na de lunch gaan we terug en spelen we canasta op ons eigen terras. ’s Avonds eten we een uitgebreide rijsttafel bij de Javaan.

27 januari 2010, Jodensavanne
Nu Aad en Marion weer hersteld zijn kunnen we gelukkig de laatste trip samen maken. Via het complex hebben we een excursie naar Jodensavanne geregeld. Onze gids Errol is een joodse leerkracht geschiedenis, de ideale combinatie voor deze tocht. Tijdens de autotocht naar Jodensavanne vertelt Errol over verscheidene elementen van de geschiedenis van Suriname en de grote rol die de joden in deze gespeeld hebben. Jodensavanne is het grootste bewijs hiervan. De gekozen locatie is opvallend. De locatie bestaat namelijk uit twee heuvels dicht op elkaar die de joden om verscheidene redenen hebben gekozen, namelijk makkelijk verdedigbaar, vers drinkwater uit de bron in de nabijheid en de heuvel zou doen denken aan de berg Zion in Jeruzalem. Hoewel er door een grote brand weinig is overgebeleven van de originele koffie- en cacaoplantage zijn de restanten van de synagoge en de joodse en niet-joodse graven bewaard gebleven. Errol vertelt dat er ook binnen het joodse geloof een kastesysteem bestaat, waarbij de status van iemand zichtbaar is op de grafsteen. De hoogste klasse staat afgebeeld met twee handen met de vingers tegen elkaar aan, behalve tussen de ring- en wijsvinger (Star Trek liefhebbers zullen hierbij aan Spock denken) die een zegen uitbrengen. Deze afbeelding komt voort uit het feit dat deze kaste als enige het recht heeft om een zegen uit te brengen. De volgende klasse staat afgebeeld met een bijl en boom. Na het bestuderen van de graven lopen we door naar de synagoge. Errol legt de gebruiken uit die horen bij het joodse geloof, zoals een aparte ruimte voor de vrouwen in de synagoge, de plaats van de kast met de Torah rollen en de verschillende ingangen voor de lagen van de bevolking. We eindigen ons bezoek aan de Jodensavane met een bezoekje aan één van de heilige bronnen. Volgens surinaams bijgeloof heeft het water medicinale krachten. We vullen onze flesjes en overwegen nog even om nog meer flessen te halen voor Aad en Marion, maar besluiten het hierbij te laten. Terug in de auto rijden we verder naar Blaka Watra (zwart water), één van de vele kreken in deze omgeving waar verfrissend cola-kleurig water (vandaar namen als cola kreek en blaka watra) stroomt. Terwijl Errol het meegenomen eten opwarmt nemen wij de tijd om even te ontspannen met de voetjes in het water. Hoewel Aad een dag eerder nog zei dat Blaka Watra alleen voor Surinamers is, is hij de eerste (en enige) die zich volledig omkleedt en een duik neemt in het zeer frisse water. Uitgerust stappen we in de bus voor de terugrit. Bij het pond moeten we een ardige tijd wachten eer we de oversteek van de Suriname rivier kunnen maken. Tot voorkort was er een brug, maar door een aanvaring met een boot en slechte constructie is deze ingestort en moet deze volledig worden vervangen. De brug is al 2 jaar geleden ingestort, maar men is er nog niet uit of ze de brug afbreken en afvoeren of met dynamiet laten ontploffen en in de rivier zakken. Hierdoor staat de brug er nog steeds, half ingestort. Helaas niet het enige voorbeeld waar het nog fout gaat in Suriname. ’s Avonds eten we de meegenomen restjes van de Javaan en spelen we nog een potje canasta.

28 januari 2010, Paramaribo
Met kerst hadden we via het reisblog een oproep gedaan om geld te doneren voor de stichting Surflandria in Suriname. Deze stichting zorgt al ruim 15 jaar voor warme maaltijden voor arme kinderen op basisscholen in achterstandswijken. De kinderen, die anders door gebrekkige of geen voeding het moeilijk hebben op school, krijgen zo een eerlijke kans. Met de actie hadden we 450 euro bij elkaar verzameld en dit hebben we ’s ochtends officieel overgedragen aan mevrouw Joyce Bendter, de secretaris van de stichting in Paramaribo. De donatie was zeer welkom en is substantieel (1,5%) op de totale begroting van de stichting voor een jaar! Na nog wat gezellig gekletst te hebben met Joyce onder het genot van een verkoelend drankje nemen we de wilde bus terug naar het complex. ’s Middags relaxen we met z’n vieren aan het zwembad en spelen we een laatste potje canasta (eindelijk lukt het team Aad en Mariska om eens te winnen :-P). Om de periode samen goed af te sluiten eten we ’s avonds bij de thai in een hele mooie setting. In een prachtige tuin genieten we tussen de fakkels van een mooie afsluitende avond in Paramaribo.

29 januari 2010, Paramaribo
Vandaag de laatste dag alweer met zijn vieren. Wat is het snel gegaan.... Aad en Marion vertrekken in het begin van de middag. De ochtend staat dan ook in het teken van inpakken; hoe krijgen we alle troep van Arjan & Mariska mee terug naar NL in dezelfde 2 koffers?! Gelukkig hebben wij al aardig wat inpakervaring opgedaan en komt het helemaal goed. Na een laatste lunch samen is het dan echt tijd. Na 3 weken moeten we weer afscheid van elkaar nemen voor we elkaar over 5 maanden weer zien. Met een brok in ons keel worden de laatste zoenen uitgedeeeld en zwaaien we net zo lang tot we de achterlichten van de taxi om de hoek zien verdwijnen.... De rest van de dag blijft het somber; grijze wolken en regen. Samen lopen we nog een stuk naar een winkelcentrum en daarna gaan we ook maar aan het inpakken. We halen maar wat eten naar ons huisje en eten lekker op het terras. Daarna gaan we iedereen gedag zeggen; na 3 weken bouw je toch echt wel weer een bepaalde band op met de mensen die je veel ziet. En als alles dan ingepakt is (de tas is nog steeds wel zwaar; ongelovelijk zeker als je ziet wat er meegegaan is naar Nl!) duiken we maar ons bedje in om toch een paar uurtjes slaap te pakken. Om 4.00 uur vannacht gaan we met de taxi naar het vliegveld voor onze vlucht naar de volgende bestemming: Trinidad & Tobago.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Mariska & Arjan

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 1313
Totaal aantal bezoekers 70414

Voorgaande reizen:

15 Juli 2009 - 19 Juni 2010

Wereldreis

07 September 2008 - 24 September 2008

Backpacken in Marokko

30 April 2008 - 15 Mei 2008

Rondreis Brazilie Fox

12 November 2007 - 08 December 2007

Backpacken in Thailand, Laos en Cambodja

Landen bezocht: